Beschikbare teksten
4. Neonatologie
Kangoeroeën, te vroeg geboren baby's koesteren via huidcontact
Helga Philips
De beperkte mogelijkheden tot rechtstreeks lichamelijk contact leidt bij ouders van veel te vroeg geboren baby's vaak tot een aanzienlijke emotionele ontreddering. Dit probleem tracht men te ondervangen door de baby geregeld naakt op de borst van een van de twee ouders te leggen. Deze methode wordt te komen.
Normaal wordt een baby onmiddellijk na de geboorte op de buik van de moeder gelegd . Even later krijgt de vader doorgaans ook de kans om de baby in zijn armen te sluiten. Dit zijn voor de meeste ouders cruciale momenten in de relatie met hun kind. Niet zelden hoort men ouders later vertellen hoe zij op dat moment echt het gevoel kregen dat ze vader of moeder werden voor dit kleine, weerloze kind. Hoe er op dat moment door hen heen ging dat zij de verantwoordelijkheid voor dit kind wilden opnemen, dat zij het zouden opvoeden en beschermen.
Te vroeg geboren kindjes die niet in een optimale conditie of te klein zijn, worden vaak snel naar een gespecialiseerde afdeling, namelijk neonatologie gebracht voor verzorging. Soms hebben de ouders het kind nog even kunnen vasthouden, soms ook niet. Nadien krijgen zij vaak weinig kans om bij hun kind te komen en het vast te nemen.
Het ontstaan van de normale ouderlijke gevoelens kan daardoor sterk in de war raken. Het ontbreken van contact leidt soms tot psychische en emotionele problemen bij de ouders. de omgeving in de afdeling neonatologie (met veel licht, lawaai, enz.) is bovendien niet echt bevorderlijk voor de normale ontwikkelling van het kind.
Wat is kangoeroeën ?
Sinds enkele jaren bewandelt men in sommige ziekenhuizen nieuwe wegen. Ouders krijgen de kans om vaak bij hun kind te zijn en het te verzorgen. Een van de recenste en misschien ook belangrijkste evoluties op dit vlak is kangoeroeën of buidelen, waarbij de baby een tijdje op de naakte borst van de vader of de moeder gekoesterd wordt. De baby heeft daarbij alleen een luier aan zodat er een rechtstreeks huidcontact is tussen de ouder en de baby.
Het kangoeroeën verloopt zeer eenvoudig. De ouder legt zich in een comfortabele houding op bed of in een ligstoel. Vervolgens legt men de naakte baby op de naakte borst van de ouder. Beiden worden toegedekt met een gewone deken. De temperatuur van de ouder is voldoende om de baby warm te houden. Er is dus geen risico op afkoeling.
De duur van het kangoeroeën loopt uiteen. Bij kinderen die nog verbonden zijn met veel instrumenten en apparaten, is het kangoeroeën omslachtiger. Het kan dan al gauw een tiental minuten duren vooraleer ouder en kind goed geïnstalleerd zijn. Eens zover kan het echter lange tijd volgehouden worden, dus gemakkelijk een uur tot anderhalf uur. De duur hangt vooral af van het uithoudingsvermogen van de ouder.
Een half uur is echter een minimum, gezien de tijd die nodig is voor de installatie. Doorgaans beperkt men bij deze groep het kangoeroeën tot eenmaal per dag.
Naarmate het kind zelfstandiger wordt en gamakkelijker gehanteerd kan worden, kan het vaker op de buik genomen worden. Tijdens de eerste fase van het kangoeroeën zijn de kinderen vaak zeer alert. Nadien vallen zij dikwijls in een diepe rustige slaap met een regelmatige, diepe ademhaling.
Voordelen
Het kangoeroeën is zeer veilig en er zijn zelfs aanwijzingen dat deze techniek bevorderlijk is voor de ontwikkeling van de baby.
* Het ademhalingscentrum bij veel te vroeg geboren kinderen is gewoonlijk nog niet volgroeid. Dit betekent dat zij onder meer voortdurend gecontroleerd worden op te lange ademstilstanden. Vaak krijgen zij ook extra zuurstof toegediend.
Het lijkt erop dat de ademhaling bij kinderen die vaak opgepakt worden, zich sneller lijkt te ontwikkelen. De bewegingen van de ouder, zowel adem- als andere bewegingen, stimuleren de ademhaling en voorkomen ademstilstanden. Het adempatroon van de baby wordt hierdoor regelmatiger. De kunstmatige beademing kan hierdoor vermoedelijk ingekort worden.
* Kangoeroeën staat los van borstvoeding. Zolang het kind te klein is om te zuigen, moet de moeder haar melk afkolven indien deze gebruikt wordt voor de voeding van het kind. Wel merkt men dat de overgang van sondevoeding naar borst- of flesvoeding vlotter lijkt te verlopen.
* De zintuigen van het kind lijken sneller tot ontwikkeling te komen. Het kind krijgt immers extra stimulansen. Het krijgt de kans om oogcontact te maken. De handjes kunnen de huid, haren op vaders borst of moeders tepels onderzoeken. Het ruikt de lichaamsgeur van de ouder. Het kan de melk proeven die uit de tepel drupt. Het wordt geaaid, geknuffeld en ondergaat allerhande huidsensaties.
* Er lijken minder vewikkelingen te zijn en de algemene ontwikkeling lijkt beter te verlopen.
De meeste kinderen vinden het duidelijk prettig om op het lichaam van de ouder te liggen. Dit kan onder meer afgeleid worden uit de tevreden uitdrukking op hun gezicht. De houding stoort hen niet.
Beter contact
Ouders die kangoeroeën, hebben een zeer direct en intensief huidcontact met hun kind. Dit bevordert de ouder-kind relatie. De ouders verwerven door het dagelijks contact ook meer zelfvertrouwen in de omgang met hun kind. Vaak voelen ze zich letterlijk één met hun kind. Ouders van een veel te vroeg geboren kind vrezen immers dat hun kind het niet zal halen. Dergelijke angsten worden de kop ingedrukt. De ouders voelen nu immers aan den lijve hoe hun kind leeft en beweegt. Het vertrouwen in het kind neemt daardoor sterk toe.
De eerste maal dat ouders een kind kangoeroeën, is dikwijls een zeer emotioneel moment. Ze genieten vaak nog lang na van de diepe en nagenoeg onvergetelijke indrukken die dit moment op hen gemaakt heeft.
Door de ouders dicht bij de verzorging van hun kind te betrekken, vermijdt men ook dat ze van elkaar vervreemden. Vervreemding kan namelijk tot problemen leiden wanneer de ouders plots alleen de zorg voor hun kind moeten opnemen. Zij weten dan vaak niet wat het kind juist wil en herkennen zijn reacties niet. Het omgekeerde geldt evenzeer. Het kind ervaart zijn ouders als vreemdelingen. De kangoeroemethode doorbreekt dit risico en garandeert een betere uitgangspositie voor de verdere opvoeding.
Voorwaarden
Vrijwel alle kinderen komen in aanmerking voor de kangoeroemethode. Er zijn wel enkele voorwaarden.
* Het kind moet stabiel zijn. Dit betekent vooral dat het een behoorlijke ademhaling en hartslag moet hebben. Zolang deze beide nog snel ontregeld raken en doorlopend gecontroleerd moeten worden met een monitor en bijgestuurd via de toediening van geneesmiddelen, is het kangoeroeën onmogelijk.
* Het kind moet deze aanpak graag hebben en verdragen. Sommige kinderen reageren namelijk afwijzend als ze aangeraakt worden en verdragen niet de minste manipulatie. Doorgaans verdwijnt dit wel na enige tijd, maar zolang een kind reageert, laat men het best zoveel mogelijk gerust.
* De beademing met extra zuurstof, een eenvoudige controle met een monitor of een druppelinfuus vormen normaal geen hinderpaal voor de kangoeroemethode, tenminste niet zolang ze afzonderlijk voorkomen. Wanneer ze alledrie toegepast moeten worden, is het kangoeroeën uiteraard omslachtiger en dus minder gemakkelijk uit te voeren.
Is hygiëne een probleem ?
Vroeger werd deze techniek niet toegepast en werden ouders vaak uit de afdeling neonatologie geweerd uit angst voor besmettingen. Deze vrees blijkt niet gewettigd te zijn. Men vermoedt zelfs dat het contact met de ouders een zekere bescherming kan inhouden. Door het contact gaan er immers bacteriën mee waarvan men geen hinder ondervindt. Men vermoedt nu zelfs dat deze goedaardige bacteriën zelfs een zekere bescherming bieden tegen infecties met meer kwaadaardige bacteriën.
Wel vraagt men van de ouders een aantal voorzorgen, zoals vb. dagelijks douchen en een goede handhygiëne.
Wat kan men verder nog doen ?
* Ouders met een kind in de couveuse doen er goed aan hun kind veel aan te raken, het te strelen, er ondertussen wat tegen te praten, enz.
* Hierbij dient men te letten op de signalen die het kind uitzendt en die aangeven of het kind de aanrakingen en het aangesproken worden, aangenaam of eerder storend vindt.
* Men hoeft het kind niet altijd te kangoeroeën. Het op de schoot nemen, tegen zich aanhouden of in de armen wiegen, zijn goede alternatieven tussendoor. Men kan het kind ook strelen, een hand op het hoofdje, de buik of de benen leggen en deeze zachtjes bewegen, enz.
Helga Philips
Bron: « Gezondheidsbrief », maandblad universitaire ziekenhuizen K.U.Leuven, mei 1998.