Vlaamse Vereniging voor Ouders van Couveusekinderen
Home Vereniging Informatie Getuigenissen Contact Ons steunen
Beschikbare teksten
Folders
Referenties
Boeken
Gedichten
Nuttige adressen & links


Beschikbare teksten




Verlofregeling

  1. Zwangerschapsverlof of moederschapsrust.

    De reglementering inzake moederschapsrust voorziet een rustperiode van 15 weken. In principe kunnen 6 weken vòòr de vermoedelijke bevallingsdatum (prenatale moederschapsrust) en 9 weken erna (postnatale moederschapsrust) genomen worden. Eén week vòòr de vermoedelijke bevallingsdatum is verplicht, alsook de 9 weken na de bevalling. Ook indien je later bevalt dan de vermoedelijke bevallingsdatum of indien je reeds langer dan 6 weken voor de bevalling arbeidsongeschikt was, heb je recht op 9 weken postnatale rust. Wanneer nu echter door een geboorte op een vroegere datum geen of minder dan 7 dagen prenatale rust blijkt genomen, dan bedraagt de volledige moederschapsrust ook minder dan 15 weken. Aan de verplichte 9 weken postnatale rust, kunnen dan niet meer dan 5 weken postnatale rust toegevoegd worden.

    De financiële vergoeding bij moederschapsrust.

    Vanaf de eerste dag word je betaald door het ziekenfonds (de werkgever betaalt geen gewaarborgd loon meer). Het bedrag van de uitkering werd vastgesteld door het KB van 10.01.1990 :

    • Voor de werkneemster in dienst van een werkgever :de eerste 30 dagen : 82% van het brutoloon (niet begrensd)
    • Vanaf dag 31 tot het einde van de 15de week : 75% van het brutoloon (maximum daguitkering 77,43 EUR).
    • Voor gerechtigden niet in dienst van een werkgever (vb. werkloze) : de eerste 30 dagen : 79,5% van het referteloon (=laatste loon van laatste werkgever); dag 31 tot 15 weken : 75% van het referteloon (de moederschapsuitkering mag nooit hoger zijn dan de werkloosheidsuitkering)
    • Zelfstandigen hebben recht op een moederschapsverlof van 6 weken waarvan maximum 3 weken voorafgaan aan de bvalling; zelfstandigen ontvangen een eenmalige moederschapsuitkering: 2001,84 EUR (2335,48 EUR bij meerling)
    • Indien een zwangere reeds vroeg in de zwangerschap thuisblijft (vb. om medische redenen) dan kan zij genieten van een vervangingsinkomen uitgekeerd door de ziekteverzekering : 60% van het begrensd brutoloon.
    • Vrouwen die bevallen van een meerling hebben recht op 8 weken prenatale moederschapsrust en 11 weken postnatale moederschapsrust, in totaal 19 weken. Ook hier is 1 week verplichte vóórbevallingsrust en 11 weken verplichte nabevallingsrust.
    • In welbepaalde gevallen kan de zwangere genieten van een tussenkomst van het Fonds voor Beroepsziekten : zij ontvangt dan 90% van het basisloon. In dit laatste geval zal steeds beroep gedaan worden op de uitkering van de ziekteverzekering in afwachting van de beslissing van het Fonds voor Beroepsziekten. De arbeidsgeneesheer richt de aanvraag aan het Fonds voor Beroepsziekten en baseert zich hierbij op de lijst van de erkende beroepsziekten en de criteria die het Fonds voor Beroepsziekten in deze materie hanteert. Het Fonds voor Beroepsziekten stopt met betalingen zeven weken voor de bevallingsdatum. Indien een baby prematuur of a term geboren wordt, maar een lange hospitalisatieperiode verwacht, schiet de gewone zwangerschapsrust soms veel tekort.

    Een overzicht van de mogelijkheden :

  2. Opsplitsing van de zwangerschapsrust.

    NIEUW VANAF 1 JULI 2004 voor loontrekkenden

    1. Opsplitsing pre- en postnataal verlof

      Vanaf 1 juli 2004 blijven de 15 weken moederschapsrust bestaan. Er wordt wel voortaan opgesplitst in 6 weken prenataal verlof en 9 weken verplicht postnataal verlof. Net zoals voorheen moet 1 week rust opgenomen worden voor de bevalling. De overige 5 weken prenataal verlof kan men opnemen na de bevalling.

    2. Uitbreiding moederschapsrust bij de geboorte van een meerling

      Bij de geboorte van een meerling krijgt de moeder nog 2 weken extra postnataal verlof. De totale moederschapsrust bedraagt dan 19 weken. Bij de aanvraag van de moederschapsrustmoeten zowel de werkgever als het ziekenfonds verwittigd worden dat het de geboorte van een meerling betreft.

    3. Verlenging moederschapsrust bij de hospitalisatie van de pasgeborene.

      Wordt een pasgeborene langere dan 7 dagen opgenomen vanaf de dag van de geboorte, dan verlengt de moederschapsrust met het aantal opnamedagen die de erste 7 dagen overschrijden. Bijvoorbeeld: blijft een baby vanaf zijn geboorte 21 dagen in het ziekenhuis, dan wordt de moederschapsrust met 14 dagen verlengd - 21 dagen min de 7 eerste hospitalisatiedagen. De moederschapsrust blijft dus ononderbroken doorlopen en dit voor een periode van maximum 24 weken (totale moederschapsrust). De aanvraag tot verlenging moet bij de werkgever en het ziekenfonds worden ingediend voor het einde van het postnataal verlof. Een attest van de behandelende arts is hiervoor nodig.

  3. Lactatieverlof.

    Personen die borstvoeding geven en bovendien blootgesteld zijn aan een schadelijk beroepsrisico (infectueus risico, scheikundig risico, ioniserende stralen, ...) kunnen genieten van betaald lactatieverlof tot 15 weken na de bevalling. Ze ontvangen een vervangingsinkomen van de ziekteverzekering : 60% van het begrensd brutoloon.

    Moeders die borstvoeding geven aan een premature of dysmature baby, kunnen best bij de arbeidsgeneesheer navraag doen naar lactatieverlof. De arbeidsgeneesheer richt dan een vraag naar de adviserend geneesheer van de mutualiteit. Sommige werkneemsters kunnen een aantal weken of maanden onbetaald lactatieverlof opnemen. Deze regelingen worden bepaald in de C.A.O.

  4. Sociaal verlof om dwingende familiale redenen.

    In de privé-sector heeft men recht op niet-bezoldigde afwezigheid ten belope van 10 dagen, per jaar.
    In staatsinstellingen heeft men meestal betaald sociaal verlof (bv. 4 dagen in het O.C.M.W.). Meer onbetaald verlof wordt door veel werkgevers toegestaan. Na meer dan 1 maand onbetaald verlof is men echter niet meer in orde met de ziekteverzekering. Men moet dan een voortgezette verzekering nemen, om de rechten bij het ziekenfonds te behouden.

  5. Loopbaanonderbreking en tijdskrediet

    1. De gewone beroepsloopbaanonderbreking en tijdskrediet.

      Loopbaanonderbreking is een recht in de openbare sector; het kan voltijds opgenomen worden (voor minimum 3 maanden en maximum 12 maanden) of deeltijds.
      Vanaf 1/1/2002 wordt in de privé-sector het algemeen stelsel van loopbaanonderbreking vervangen door ‘TIJDSKREDIET’.Tijdskrediet kan voltijds of deeltijds opgenomen worden gedurende maximaal 1 jaar over de ganse loopbaan (in bepaalde sectoren 5 jaar).

      Naast dit tijdskrediet kan de werknemer zich ook beroepen op thematische verloven, namelijk het recht op palliatief verlof, het recht op verlof voor bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid en het recht op ouderschapsverlof.

    2. Palliatief verlof voor de bijstand aan en verzorging van:

      *personen die lijden aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase bevinden.
      *Een attest van een behandelende arts moet verklaren dat de werknemer zich bereid heeft verklaard om palliatieve zorgen te verstrekken.
      *Er is het RECHT op 1 maand, die kan verlengd worden met nog 1 maand.De werknemer kan voltijds of deeltijds verlof nemen.

      *VERVANGING is niet verplicht;
      *De UITKERING bedraagt 501,79 EUR/maand voltijds (oktober 2004)
      *De loopbaanonderbreking kan al snel ingaan; nl. de eerste dag van de week volgend op de vraag (attest)
      Dit verlof is een recht in alle sectoren.

    3. Zorgverlof voor de bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid

      Onder zware ziekte verstaat men :
      - elke ziekte of medische ingreep
      - door de behandelende arts als zwaar beschouwd

      arts oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging noodzakelijk is.
      Onder gezinslid verstaat men : elke persoon die samenwoont met de werknemer. Onder familielid verstaat men: de ouders en verwanten.

      *De mogelijkheid tot VOLLEDIGE loopbaanonderbreking kan tot maximaal 12 MAANDEN per patiënt worden opgenomen; en per periode van minimaal 1 maand en maximaal 3 maanden.
      *Het zorgverlof kan echter ook DEELTIJDS worden opgenomen; de werknemer kan zijn arbeidsprestaties verminderen met een vijfde of de helft.

      Bij deeltijdse loopbaanonderbreking bedraagt de maximale periode 24 MAANDEN
      *De AANVRAAG dient te gebeuren met een medisch attest, een aanvraagformulier en een begeleidende brief, waarin de periode van de gevraagde loopbaanonderbreking wordt gepreciseerd.
      *De loopbaanonderbreking neemt een AANVANG de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de mededeling aan de werkgever werd gedaan. (privé-sector). In onderling akkoord kan de werkgever wel toestaan dat het verlof vroeger ingaat.
      *VERVANGING is niet verplicht.

      *DE UITKERING bedraagt 501,79 EUR/maand (oktober 2004) voor een volledige onderbreking. Deeltijdse onderbreking is in verhouding. De Vlaamse overheid keert bovenop de federale premie een 'aanmoedigingspremie voor zorgkrediet' uit.

      Deze vorm van loopbaanonderbreking is een RECHT in de privé-sector.

      In de openbare sector is dit enkel een recht voor het personeel van de federale overheden en het personeel van de lokale besturen (provincie, OCMW, gemeente).
      In de onderwijssector is deze loopbaanonderbreking enkel een recht voor het contractueel personeel uit alle onderwijs,uitgezonderd het hoger onderwijs. én ook voor het contractueel personeel van de CLB’s.
      Met deze loopbaanonderbreking voor ‘medische bijstand’ hebben reeds veel ouders van premature of dysmature of zieke kinderen hun verlof kunnen verlengen om te zorgen voor hun kind..

    4. Ouderschapsverlof.

      De werknemer met een kind beneden de 4 jaar heeft recht op 3 maanden ouderschapsverlof. Het verlof kan op verschillende manieren opgenomen worden. Indien het gaat om een mindervalied kind, kan dit opgenomen worden tot de leeftijd van 8 jaar.

      Ouderschapsverlof is een recht in dezelfde sectoren als hierboven vermeld.
      Financiële consequenties van B.L.O. :
      - er is een vergoeding
      - de periode van B.L.O. telt niet mee voor de anciënniteit
      - er is geen recht op jaarlijks verlof voor de periode van B.L.O.
      - het recht op kinderbijslag en ziekteverzekering blijft behouden
      - bij vervanging is er meestal recht op een aanmoedigingspremie van de Vlaamse Gemeenschap (tel. 02/553.44.42 of 0800/30201 : Vlaamse infolijn)

      De verschillende vormen van beroepsloopbaanonderbreking zijn echter in de verschillende sectoren zo verschillend en regelmatig voor verandering vatbaar, dat het echter heel moeilijk is om up-to-date te blijven…Daarom is het zeker aangewezen om informatie in te winnen bij:

      of -de werkgever
      of -de dienst loopbaanonderbreking van het werkloosheidsbureau waarvan de persoon afhangt
      of - de RVA te Brussel - dienst loopbaanonderbreking : 02/515.45.80
      of - de website van de RVA : www.rva.be "loopbaanonderbreking-tijdskrediet"

      Indien geen van voorafgaande mogelijkheden kunnen ingeroepen worden, doet men soms nog als enige mogelijkheid beroep op :

  6. Ziekteverlof

    Voor te schrijven door de huisarts of specialist omwille van medische redenen of 'depressie'.
    Dit is zowel voor moeder als vader van toepassing.
    De uitkering bedraagt 60% van het loon na het gewaarborgd maandloon (begrensd).

MOGELIJKHEDEN VOOR DE VADER.

  1. Klein verlet.
    De vader-werknemer heeft het recht om 10 dagen afwezig te zijn (3 dagen met behoud van loon en 7 dagen vergoed door de sociale zekerheid, maximum 84,66 EUR per dag). Deze dagen moeten genomen worden binnen de 30 dagen na de bevalling.

  2. Sociaal verlof om dwingende familiale redenen.

  3. Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: verschillende vormen

  4. Vaderschapsverlof bij hospitalisatie van de moeder.

    Begin : vanaf de 8ste dag van de geboorte van het kind en bij ontslag van het kind uit het ziekenhuis.
    Duur : hangt af van het deel van de nabevallingsrust dat door de moeder nog niet is opgenomen bij haar opname in het ziekenhuis - dus maximum 13 weken.
    Einde : bij ontslag van de moeder uit het ziekenhuis of als vader dit vroeger besluit.
    Uitkering : voor de moeder is dit de normale uitkering die van toepassing is bij bevallingsverlof. Voor de vader is de uitkering vastgelegd op 60% van het loon - met een maximum zoals de berekening van de arbeidsongeschiktheid (mag wel niet lager zijn dan de invaliditeitsuitkering)
    Formaliteiten : bewijs van opname moeder van meer dan 7 dagen.

Steun ons gratis door je hier te registreren
Vrijwilligers gezocht
Actualiteit
Fotoreportage van Fie Vandevin